Overige Trajecten


Dit deel bevat een drietal gedeelten uit reisverslagen die niet op de andere webpagina's zijn opgenomen. Het gaat om:
* Drie kilometer over het Noordzeekanaal op lang dagtraject Uitgeest-Sassenheim
* Van de Friese meren naar Oostmahorn aan het Lauwersmeer
* Vaarroute door de stad Utrecht
In het eerste tekstgedeelte is een relatief korte afstand over het Noordzeekanaal op het dagtraject tussen Uitgeest en Sassenheim aan de Kagerplassen essentieel. Daarna volgt een tocht van de Friese meren naar Oostmahorn aan het Lauwersmeer. De tocht gaat voor een belangrijk deel over de kleinere vaarwateren in het noorden van Friesland. Tenslotte staat de vaarroute door de stad Utrecht centraal. Deze route is belangrijk in de Noord-Zuid verbinding door Midden Nederland. De route kent enkele beperkingen.


Drie kilometer Noordzeekanaal op dagtraject
Uitgeest-Sassenheim

Gebaseerd op gedeelten uit het boekje:
Vaartocht door Nederland - Vaarrichting O-N-W-Z


Noodgedwongen verblijf ik tijdens de tocht door Nederland een aantal dagen op een camping bij een jachthaven in Uitgeest aan het Alkmaardermeer. De weersomstandig- heden zijn te ongunstig om een traject van ruim 50 km naar Sassenheim aan de Kagerplassen af te leggen. Op het lange traject kan ik geen tussenliggende overnachtingsmogelijkheden ontdekken.

Tijdens het verblijf aan het Alkmaardermeer waait de wind uit zuidelijke richtingen en is overwegend vrij krachtig of sterker. Verder zijn er veel perioden met buien. Het zijn geen weersomstandigheden om de lange afstand te kanoën en daarbij het nog niet eerder gevaren traject van ruim drie kilometer over het Noordzeekanaal af te leggen. Na een aantal dagen verbeteren de weersomstandigheden en wordt de tocht door Nederland vervolgd.

Van Uitgeest via het Noordzeekanaal naar Sassenheim
Het vertrek is vroeg in verband met de af te leggen afstand en vanwege de schuttijden van de Nauernasche Sluis bij het Noordzeekanaal. De lunchpauze is bij deze sluis van 12.00 tot 13.00 uur. Om ruim voor 12.00 uur bij de sluis te zijn, vertrek ik om 9.00 uur. Tegen een windkracht 3 Bft uit zuidelijke richting, is de route van de tocht over de Stierop, de Markervaart, de Tapsloot en de Nauernasche Vaart naar de sluis. Het traject van circa 17 km is grotendeels door verstedelijkt gebied. Na de Nauernasche Sluis dient een drietal kilometer over het Noordzeekanaal afgelegd te worden naar het toegangskanaal naar Spaarnedam en Haarlem.

Het Noordzeekanaal is voor zeeschepen het toegangswater naar Amsterdam. Dat het hier om grote zeeschepen gaat wordt al snel duidelijk. Nog voordat ik het kanaal opgevaren ben, is het eerste zeeschip al voorbij gevaren richting Amsterdam. Op het kanaal komt niet lang daarna een tweede zeeschip op eigen kracht aangevaren. Nog groter. Het lege vrachtschip torent boven alles uit. Het vaart rustig maar gestadig voorbij zonder veel golven te maken of een lastige zuiging te veroorzaken.





Op de snel gemaakte foto is te zien wat de werkelijke situatie op het kanaal is. Een groot zeeschip, een visser die in een bootje aan de kant van het kanaal drijvend vist en een binnenvaartschip dat net voorbij gevaren is. De vaartuigen op het Noordzeekanaal zijn divers. Even later wordt dit benadrukt door een draagvleugelboot die voorbij zoeft, richting Amsterdam.









Na de veerpont gepasseerd te zijn, wordt bakboord-uit, Zijkanaal-C ingevaren. Dit is het toegangswater naar de Schutsluis van Spaarnedam. Het kanaal en de Spaarne naar Haarlem en vervolgens de route door Haarlem heen, bieden veel afwisseling. Het is prettig vaarwater. De Spaarne komt op de ringvaart van de Haarlemmermeerpolder uit. Op de splitsing staat museum Cruquius; een oud stoomgemaal dat nu dienst doet als museum.





( . . . )


Van de Friese meren naar Oostmahorn aan het Lauwersmeer
Gebaseerd op gedeelten uit het boekje:
Kajaktocht door Nederland 2007
Het Lauwersmeer als Keerpunt


Het is een mooie vaarroute in het Noorden van Nederland; van het Friese merengebied via Sneek, Leeuwarden en Dokkum naar het Lauwersmeer.
De beschrijving begint in Weidum aan de Zwette, waar op een camping overnacht is.


Langs de oostkant van Leeuwarden naar Birdaard
De etappe van vandaag is naar Birdaard aan de Dokkumer Ee, een kleine tien kilometer voor Dokkum. Dit jaar wordt de tocht niet zoals in 2005 via een mooie route door het noordwestelijk deel van de stad Leeuwarden gekanood, maar via een route aan de noordoost kant van Leeuwarden, om de stad heen.





Eerst wordt over de Zwette richting Leeuwarden gepeddeld. Vervolgens is het Van Harinxmakanaal in oostelijke richting opgevaren. Na een zevental kilometer is de tocht vervolgd in noordelijke richting; via het Ouddeel langs de stad heen. Het vaarwater ligt tussen de stadsrand en De Kleine Wielen in; zie bovenstaande foto.





Net voor het viaduct onder de provinciale weg vaar ik één van de wielen in. Een klein strandje is een prima plek voor een lunchpauze. De tocht wordt vervolgd over het Ouddeel en de Murk. Na Aldtsjerk gaat de gevolgde route bakboord-uit om over de Oudkerkstervaart bij Bartlehiem op de Dokkumer Ee uit te komen en deze te volgen tot Birdaard; zie de foto hierboven. De camping annex jachthaven in Birdaard ligt aan de voet van de grote molen.
Vandaag is met fris maar helder en zonnig weer een prachtige route door een mooi Fries landschap afgelegd.

's Ochtends vroeg vraag ik met een Sms-bericht de windverwachting voor Dokkum op. De opgegeven windsterkte loopt van 4 tot 6 Bft, uit noordwestelijke richtingen. Daarna informeer ik in de molen bij de campingbeheerders naar de route over de Zuider Ee. Ze zijn vooral bekend met de gangbare route over het Dokkumer Grootdiep. In Dokkumer Nieuwe Zijlen zijn ook kampeermogelijkheden bij de jachthaven vlak na de sluis.

Vanaf Dokkum over de Zuider Ee naar Ezumazijl
Via de Dokkumer Ee start de tocht om een uur of elf naar Dokkum. In deze stad kies ik vanwege de voorspelde windkracht 4 tot 6 Beaufort uit het noordwesten, niet voor de route over het Dokkumer Grootdiep naar Dokkumer Nieuwe Zijlen en vervolgens in noordelijk richting over het Dokkumer Diep en het Lauwersmeer. De laatste tien kilometer in de namiddag tegen de wind in naar Oostmahorn, lijkt me net iets teveel. Bovendien is de windsterkte een onzekere factor.

De tocht gaat in Dokkum via de Zuider Ee naar Ezumazijl en vervolgens naar Oostmahorn. Tenminste dat is de planning. Maar aangekomen bij het mooi gerestaureerde sluisje naar de Zuider Ee, blijkt dit sluisje niet bediend te worden. Wel is er aan beide kanten een kanosteiger. Een passant begrijpt het probleem. Ze is zelf enthousiast over de Zuider Ee; vanwege de mooie schaatstochten naar Ezumazijl. Ze haalt haar zoon erbij om de kajak over te dragen. Ik haal alle spullen uit het dagcompartiment om het gewicht dragelijk te maken. Na een kwartier ligt de kajak aan de andere kant van het sluisje. Gelukkig! De route naar Ezumazijl voert door een prachtig gebied met mooi kanowater. Over een afstand van vijf kilometer zie ik drie keer een ijsvogeltje vliegen. De vogeltjes lijken veel op elkaar, maar ik ben er vrijwel zeker van dat het tenminste twee verschillende vogeltjes zijn geweest.





De kans dat er in Ezumazijl nogmaals een probleem met een sluis zal voordoen is waarschijnlijk. De kajak uitpakken en weer inpakken is mogelijk de enigste optie. Bij de sluis blijkt ook hier aan beide kanten een kanosteiger te zijn. Wel moet er een zeedijk van een meter of acht "bedwongen" worden. Bij navraag blijkt de sluis buiten bedrijf. In ieder geval deze middag. Een schipper van een zeiljacht is zo vriendelijk me te helpen. De kajak met al de spullen erin dragen we de dijk over naar een iets te krappe plek om de lange kajak gemakkelijk in het water te kunnen leggen. Met wat passen en meten lukt het.
De oude zeedijk biedt prachtige vergezichten over het Lauwersmeergebied. Oostmahorn is hier vandaan te zien.





Door de Raskes en over het Lauwersmeer naar Oostmahorn
Vanuit de haven van Ezumazijl gaat de tocht verder over de Raskes naar het Lauwersmeer. Tussen de Raskes en het Lauwersmeer ligt aan de noordelijke kant een natuurgebied. Dit gebied is verboden voor alle scheepsvaartverkeer. Ik peddel verder, de Raskes uit. Bij de boei die de splitsing van verschillende vaarwateren aangeeft, wordt de tocht vervolgd richting Oostmahorn.





Tegen de noordelijke wind met een kracht van 4-5 Bft, kom ik redelijk goed vooruit. De golven leveren geen problemen op. Af en toe rolt er een over het voordek. Een ruime Beaufort meer en de situatie zou duidelijk anders geweest zijn met de beladen kajak. Na ruim een uur peddelen, vaar ik de jachthaven van Oostmahorn in.





Niet veel later staat het tentje op een grasveldje aan de rand van de jachthaven. Niet op een beschutte plaats, maar in de wind. Het tentje is toe aan een echte test van windbestendigheid. Een windkracht zes moet toch geen enkel probleem zijn. Ik zet het tentje wel met de kop in de wind, waardoor het naar verwachting meer wind kan verdragen. Het is de kampeerplek voor de komende vier dagen. Dat de windsterkte hier ook ver boven de 6 Bft kan gaan, blijkt later.



Vaarroute door de stad Utrecht

De vaarroute door de stad Utrecht is belangrijk in de verbindingen tussen het zuiden en het noorden van Nederland. Voor kleine, langzaam varende boten is het een korte en relatief rustige vaarroute.

Het Amsterdam-Rijnkanaal langs de stad Utrecht is als vaarroute dringend af te raden. Op deze "snelweg voor de beroepsvaart" kunnen de verkeerssituaties snel en onverwacht veranderen. De maximumsnelheid op het kanaal bedraagt 18 kilometer. Deze snelheid wordt door veel van de binnenvaartschepen ook gevaren. Een zeer rustig kanaal kan in korte tijd veranderen in een "‘drukke snelweg". Voor langzaam varende plezierboten kan de benodigde ruimte om goed en veilig te kunnen varen tussen de binnenvaartschepen, in korte tijd te gering zijn. Er zijn op het kanaal geen uitwijkmogelijkheden. Bovendien kan de golfslag bijzonder grillig en hinderlijk zijn.





De mooie vaarroute door de stad Utrecht heeft enkele knelpunten. Allereerst is er De Weerdsluis aan de oostkant van de stad. Om vanaf de Vecht door de stad heen te varen dient eerst geschut te worden bij de Weerdsluis. Deze sluis heeft schuttijden om rekening mee te houden.
Het tweede knelpunt doet zich vooral voor wanneer het drukker is. Bij drukte op het water is de bochtige en smalle gracht door de stad een lastige route voor (hoger opgebouwde) kajuitjachten. Deze kunnen niet gemakkelijk onder de vaste bruggen van de stadsgracht door. Bovendien heeft men met ‘tegenliggers’ te maken. De boten varen in beide richtingen door de smalle gracht en passeren enkele smalle doorgangen.





Naast de doorgaande scheepvaart varen in de grachten een aantal rondvaartboten en is er "plaatselijke recreatievaart" met kano’s en waterfietsen. Dit kan een verminderde verkeersdoorstroming tot gevolg hebben.

Kanoërs en anderen kunnen bij bepaalde weersomstandigheden hinder ondervinden van de uitlaatgassen van de gemotoriseerde pleziervaartuigen die niet makkelijk door kunnen varen. Indien mogelijk als eerste de Weerdsluis uitvaren, of langere tijd wachten na de sluis kunnen voor doorgaande kanoërs oplossingen zijn.

Op de vaarroute voor en na het centrale deel van de stad Utrecht dienen een aanzienlijk aantal beweegbare bruggen gepasseerd te worden. Vaartuigen met een geringe kruiphoogte zoals kano's kunnen de meeste bruggen, zonder dat deze geopend worden, passeren.


Vaarrichting Zuid-Noord en Noord-Zuid door de stad Utrecht
Gebaseerd op gedeelten uit het boekje:
Kajaktocht door Nederland 2007 - Het Lauwersmeer als keerpunt

Vaarrichting Zuid-Noord
Na Vreeswijk en Jutphaas moet eerst het Amsterdam-Rijnkanaal overgestoken worden en aan beide kanten van dit kanaal een sluis gepasseerd worden. Tot de grachten van de stad Utrecht gaat alles bijzonder vlot.
Aan het begin van de Oude Gracht varen twee motorboten voor me. Ze moeten midden onder de vaste, gemetselde boogvormige bruggen door. Het manoeuvreren van vooral de achterste boot gaat uiterst moeizaam. Juist op kritische momenten lijkt "gasgeven" voor de schipper de enigste oplossing om de boot te kunnen besturen. Het tegemoet komende verkeer, zoals rondvaartboten, motorjachtjes, waterfietsen en kano's, kan soms maar net door de motorboot ontweken worden. Met een vette rookpluim en al slingerend baant het plezierjacht zich een weg door de smalle gracht, waar de terrassen van de cafés en restaurants aan de werfkelders druk bezet zijn. De Weerdsluis wordt om kwart over vier bereikt. En gelukkig wordt er nog geschut naar de Vecht.


Vaarrichting Noord-Zuid; Van Mijnden door de stad Utrecht naar Gorinchem
Cruciaal voor vandaag, zondag 23 september is de sluis in Utrecht. De Weerdsluis wordt van 12.00 - 13.00 uur niet bediend. Wil ik voor het donker nog in Gorinchem kunnen arriveren dan is schutten vóór 12.00 uur in Utrecht noodzakelijk. De bedieningstijden vanaf 9.00 uur voor de sluis van Mijnden zijn te laat. Ik besluit daarom vroeg in de ochtend via het zelfbedieningssluisje van de Tienhovense Vaart naar de Vecht te kanoën. Om kwart over acht is het vertrek. De tocht gaat via de vaart langs de Kievitsbuurt naar de Tienhovense Vaart.

De zon komt al door de ochtendnevel heen en geeft een mooi verstrooiend ochtendlicht. De stilte wordt alleen doorbroken door een paar speedboten met waterskiërs die verderop op de Loosdrechtse Plassen rondjes varen. Het Kraainestersluisje aan het einde van de Tienhovense Vaart werkt goed. Even na half tien is dit sluisje gepasseerd.

Er waait een matige wind uit zuidwestelijk richting, die op de Vecht soms lastig is. Om half twaalf lig ik voor de Weerdsluis in Utrecht. Na ruim een kwartier gewacht te hebben, ben ik er niet gerust op of er nog geschut gaat worden richting Utrecht. Gelukkig geeft de sluiswachter aan dat als de boten vanuit de richting Utrecht geschut zijn, de sluis nog "naar de andere kant gezet wordt". Grote opluchting. Temeer omdat er aan deze zijde van de sluis geen goede plek is om ruim een uur te wachten. Of het zou het steigertje moeten zijn waar de kajak nu ligt; een paar vierkante meter planken, tegen een ontoegankelijke hoge muur.





Even na twaalf uur wordt de tocht vervolgd over de Oude Gracht door de stad Utrecht. Op zondag is de stad op dit tijdstip nog niet helemaal wakker. De eerste kanoërs zijn met huurkano's al op weg voor een rondje door de stad. De terrastafeltjes met de stoelen worden in grote aantallen klaargezet voor de gasten. Ze zullen met het mooie weer van vandaag zeker komen.

Aan de buitenkant van het centrum maak ik gebruik van een terras aan de gracht. Om één uur is het tijd om snel de route te vervolgen. Nog 35 km moet er afgelegd worden en 4 sluizen gepasseerd. De tocht verloopt zonder tegenslag. De beweegbare bruggen kan ik in gesloten toestand onderdoor varen. Voor de sluis ten noorden van het Amsterdam-Rijnkanaal is de wachttijd hooguit twintig minuten. Op het kanaal is het redelijk rustig. De volgende sluis aan de overkant van het kanaal staat open en kan zo ingevaren worden. Na het gedeelte langs Jutphaas en door Nieuwegein is de wachttijd bij de sluis van Vreeswijk een klein half uur. Nadat de Lek overgestoken is moet een half uur gewacht worden bij de sluis van Vianen. Dit is de laatste sluis die gepasseerd moet worden. De laatste 23 km over het Merwedekanaal gaan met de matige tegenwind niet zo snel. Om even na zeven uur ben ik in Gorinchem. (…)



_______________________________ © hn - 2013 _____________________________