DOOR ZWEDEN RICHTING HET NOORDEN


Op de fietstocht naar de Noordkaap is op de heenreis een aanzienlijk deel van de route door Zweden gefietst. Van Varberg aan de zuidwestkust naar het noordelijkste deel van Zweeds Lapland. Circa duizend kilometer is afgelegd door Zweeds Lapland.

In de onderstaande beschrijving zijn in verband met de lengte van de tekst, beschrijvingen van enkele delen van de route weggelaten.

Op de route door Zweden is overnacht op de campings in/bij de plaatsen:

Overlida; Falköping; Sjötorp; Filipstad; Vansbro; Mora; Bollnäs; Delsbo; Sundsvall; Långsele; Junsele; Lycksele; Arvidsjaur; Jokkmokk; Galliväre; Vittangi.


Van Varberg aan de kust in Zweden naar Sjötorp
aan het Vänern en het Götakanaal

Het volgende traject is van Varberg aan de Zweedse kust naar Sjötorp op de oostelijke oever van het Vänern. Bij Sjötorp liggen sluizen van het Götakanaal; het kanaal dat Stockholm met Göteborg verbindt.
Na de overtocht met de veerboot is de vraag wat het beste gedaan kan worden. In de nacht een camping zoeken zo dicht mogelijk bij de haven, of een stuk fietsen tot in de ochtend en dan alsnog een camping opzoeken. De laatste optie lijkt me de beste. Inmiddels is het al een uur of drie en het is meer schemerachtig dan donker. De weersomstandigheden zijn redelijk goed en het ochtendlicht zal niet lang meer op zich laten wachten.

Een camping op de route ligt bij Overlida. De afstand is circa 60 km. Het mooie fietstraject in de vroege ochtend gaat eerst 30 km in oostelijke richting over weg nr.153, om bij Ullared de weg nr.151 in noordelijke richting te nemen naar de camping bij Overlida. Om een uur of tien zet ik het tentje op en haal wat slaap in.

De volgende dag is de fietstocht in noordelijke richting naar Falköping. Een tocht van ruim 120 km over merendeels secondaire wegen. Vanaf Overlida is naar Svenljunga gefietst. In dit plaatsje rechtsaf, via weg nr.156 naar Tranemo. Hier vandaan is doorgereden naar weg nr.157 in Limmared. Deze weg wordt gevolgd naar Ulricheham en verder over weg nr.46 naar de camping op de Allerberg in Falköping. De beklimming van de berg is een ware beproeving met stijgingspercentages tot 12%. Gelukkig is de berg niet zo hoog (335 meter) en de beklimming niet zo lang. Toch torent de berg enkele honderden meters boven de omringende omgeving uit. Het uitzicht vanaf de camping bovenop de Allerberg is een beloning voor de geleverde inspanning; zie foto hieronder.





De derde dag is via weg nr.46 naar Skövde en vervolgens over weg nr.200 naar Tidan en verder richting Töraboda gefietst. Vlak voor Töraboda is linksaf geslagen en is over een lokale weg naar Hassterör gefietst. Dit plaatsje ligt circa 10 km ten zuiden van Sjötorp. De camping ligt enkele kilometers ten noorden van Sjötorp aan het Vänern. De gefietste dagafstand ligt rond de 120 km.





’s Avonds fiets ik nog naar Sjötorp om naar de sluizen van het Götakanaal te kijken en wat foto’s te nemen. Het kanaal vormt een belangrijk onderdeel van een vaarroute over een afstand van circa 500 km tussen Stockholm en Göteborg. De vaarweg bestaat voor het grootste deel uit natuurlijke waterwegen zoals meren en rivieren. Het gedeelte door Skaraborgs Län, van Sjötorp aan het Vänern naar Karlsborg aan het in oostelijke richting gelegen Vättern, is hoofdzakelijk gegraven en aangelegd. Het kanaal bevat in dit gedeelte een aantal sluizen om de hoogteverschillen te overbruggen. De foto hierboven geeft een beeld van de verbinding van het kanaal met het
Vänern in Sjötorp
Het is een mooie zonnige avond die lang aanhoudt. De zonsondergang aan het grote Vänern is bijna te vergelijken met een zonsondergang aan zee.





Het gedeelte van de fietstocht door Zweden van
Sjötorp naar Sundsvall en verder naar Junsele is in deze tekstfragmenten niet weergegeven.


Door Zweeds Lapland naar Palojoensuu in Finland
De tocht voor de komende tien dagen is grotendeels door Zweeds Lapland. Dit begrip wordt gehanteerd voor een uitgestrekt en dunbevolkt gebied in Norrland, het noordelijke deel van Zweden. De afstanden zijn aanzienlijk. Het is een gebied ruim tweemaal zo groot als Nederland. Oorspronkelijk woonden hier hoofdzakelijk Samen. Belangrijke bestaansbronnen voor de Samen waren en zijn de grote kuddes rendieren en de visvangst. De Samen bevolking was niet begrensd zoals dat geldt voor hedendaagse nationaliteiten. Het traditionele leefgebied van de Samen bevindt zich niet alleen in het noorden van Zweden, maar ook in noordelijke gedeelten van Noorwegen, Finland en Rusland. De Samen hebben een eigen traditionele cultuur en ze spreken een eigen taal. De Samencultuur is sterk verweven met de rendierhouderij.


Lange rit van Junsele naar Lycksele
Vanaf Sundsvall aan de kust is in twee dagen ruim 200 km gefietst naar Junsele. De volgende dag is vanuit Junsele een lange dagrit gefietst. In eerste instantie is het de bedoeling om naar Åsele te fietsen. De rit wordt echter verlengd naar Lycksele. Een totale afstand van ruim 160 km.

De fietstocht begint in Junsele met een melding langs de weg dat weg nr.90 naar Åsele onder reconstructie is over de volgende 25 km. In Scandinavië gaat onderhoud en reconstructie van wegen niet per kilometer maar minstens per 10 kilometer. De weg is over een grote afstand niet meer voorzien van een asfaltlaag en het wegdek bestaat uit een ruwe ondergrond van grond, zand en stenen. Vrijwel altijd met kuilen en hobbels. En dat over vele kilometers. Is de reconstructie een fase verder dan behoort een flinke laag met grind of ander klein steenachtig materiaal op een wat egaler wegdek ook tot de mogelijkheden. Om te fietsen zijn beide omstandigheden op zijn zachts gezegd niet prettig. Bovendien is omrijden in de meeste gevallen niet of nauwelijks mogelijk. Om een dergelijk traject toch goed door te komen zijn een aantal zaken belangrijk. "De snelheid erin houden”, is belangrijk omdat het anders een kwestie van uren wordt en het fietsen bij lage snelheid bovendien veelal moeizaam is. "Niet vallen”, is een ander dwingend  basisprincipe. Gelukkig blijken beide principes redelijk goed met elkaar te verenigen te zijn op dergelijke trajecten. Langzaam fietsen vermindert de kans op vallen waarschijnlijk niet. De balans wordt eerder minder dan beter. Zoveel als mogelijk doorfietsen is het beste. Bovendien is het belangrijk om vanaf het begin niet teveel te letten op de afstand die nog gereden moet worden op het traject. Dit voorkomt dat de spirit naar een dieptepunt wegzakt.
En dan ineens, na een kilometer of vijfentwintig is het voorbij. De weg is weer zoals men deze verwacht.





Bij Hälla is een driesprong en wordt de weg nr.90 breder en vormt de verdere verbinding naar Åsele. Op de camping in Åsele is het druk. Er is een grote groep jongeren in een feestelijke stemming van een feest dat al geweest is en/of voor een feest dat nog moet komen. De stemming zit er goed in. Ik twijfel ernstig aan een goede nachtrust voor de komende nacht. Het is pas half vier en ik besluit om door te fietsen naar Lycksele. De plaats ligt ongeveer 80 km verder. De route volgt weg nr.365.

De eerste kilometers zijn vrij vlak, maar dan gaat het toch echt omhoog. Meestal zijn het korte steile klimmetjes, met enkele keer een korte afdaling ertussen. De motregen gaat over in een stevige regen. De wind heb ik nog steeds tegen. Het zicht is beperkt en het is fris. De laatste 20 km van het traject gaat gelukkig weer langzaam naar beneden, naar de plaats Lycksele. Bovendien wordt het droger. Even na negen uur ben ik op de camping.

De camping is mooi gelegen aan een meertje. Er is nog meer dan voldoende tijd om het tentje op te zetten op het tentenveld langs het water. Het weer is opgeklaard. De zon gaat voorlopig nog niet onder deze avond.






De volgende dag blijf ik op de camping in Lycksele en geniet aan de waterkant van het mooie weer. ’s Middags is er tijd voor een wandeling naar het plaatsje. Langs het grote hotel aan het water en door het fraai aangelegde parkje naar het compacte centrum met winkels rond een plein met een stenen aardbol die op water lijkt te worden gedragen.




Naar Arvidsjaur en verder naar Jokkmokk en Galliväre
Het mooie weer houdt niet aan de volgende dag. Het ziet er regenachtig uit. Toch wil ik door naar Arvidsjaur. Om een uur of elf is het vertrek voor een rit van ruim 150 km.

Het eerste uur van de fietstocht is het nog droog, maar dan begint het te plenzen. Na enkele uren is de regen opgehouden. Het is alleen nog nevelig.
Het grootste deel van het dagtraject is weg nr.365 gevolgd. Er zijn wat steilere stukken, maar over het algemeen is het goed te doen. Wat opvalt is dat de weg veelal voornamelijk langzaam omhoog gaat. Bij Glommersträsk komt de weg op weg nr.95; de doorgaande weg tussen Skellefteå aan de Botnische Golf en Bodø in Noorwegen aan de Atlantische Oceaan. Voor de afstand naar Bodø staat hier ruim 400 km op de borden aangegeven. De afstand naar Arvidsjaur is nog 42 km. Het resterende gedeelte naar de camping in Arvidsjaur is makkelijk en vlot te fietsen.

De extra dag in Arvidsjaur ga ik naar het historische museum. In het museum wordt veel aandacht geschonken aan oude ambachten en traditionele leefwijzen in Arvidsjaur en omgeving. In het museum staat de klok ver terug in de tijd.

In het centrale deel van Arvidsjaur is een soort openluchtmuseum waarin vooral de traditionele onderkomens van de Samen staan opgesteld. Een groot aantal kleine huisjes en wat grotere houten bouwwerken zijn er neergezet. Wat opvalt is dat veel van de onderkomens een halve meter maar soms meer, boven de grond zijn opgebouwd. De vloeren van de houten huisjes moeten bij voorkeur boven de dikke laag sneeuw liggen. De bewoners moeten wel naar buiten kunnen. Bovendien dient de nattigheid bij smeltende sneeuw en bij regen onder de behuizing te blijven. Daarnaast zijn er een aantal kleinere behuizingen met schuine buitenwanden te zien. Zo schuin dat de sneeuw er juist op zal blijven liggen. Het sneeuwdek geeft waarschijnlijk een bruikbare isolatie bij koude weersomstandigheden.





Op de volgende dagetappe vanaf Arvidsjaur is weg nr.45 gefietst naar Jokkmokk. De afstand is circa 160 km en de totale tijdsduur van de rit is lang; ongeveer 10 uur. De camping ligt enkele kilometers van Jokkmokk op weg nr.97 richting Luleå. De dag heeft wisselende weersomstandigheden. Naast natte perioden zijn er gelukkige ook droge uren.

Het eerste gedeelte tot Moskosel is een gevarieerd en landschappelijk fraai traject. Er is een camping in Moskosel, maar ik besluit om door te fietsen richting Galliväre. Circa 10 km na Moskosel ligt de verkeersbrug over de Piteälven. De rivier ziet er woest uit en heeft door de vele regen in de afgelopen periode een flinke waterafvoer.
De weg komt na Norden samen met weg nr.374 vanuit Piteå aan de Botnische Golf. Vlak voor Jokkmokk bevindt zich de Poolcirkel. Langs de weg staat een markeringsteken. Na een korte stop op de Poolcirkel fiets ik snel door naar de camping in Jokkmokk aan weg nr.97. Het is al laat.





De fietstocht is de volgende dag vervolgd van Jokkmokk langs de zeer fraaie route over weg nr.45, naar Galliväre. Een dagafstand van 110 km. Bij het vertrek uit Jokkmokk koop ik eerst nog een gastankje voor het kooktoestelletje in een sportwinkel. Daarna volgt een route waarbij het op het eerste deel van het traject stevig klimmen is. Eerst naar de waterkrachtcentrale aan het stuwmeer, maar ook daarna tot voorbij Porjus gaat het af en toe flink omhoog. Dichter bij Galliväre loopt de weg weer enigszins naar beneden  Het weer is goed en de vergezichten zijn mooi.
Bij de waterkrachtcentrale staat een opstelling in klein formaat die informatie geeft over de werking van de centrale. Het is een plek voor een korte middagpauze.





In Galliväre ligt de camping aan de rivier. Het Openluchtmuseum is bij de camping gevoegd. De authentieke behuizingen van de Samen zijn op een deel van de camping te bekijken. Er staan enkele opmerkelijke onderkomens bij. De vormen zijn veelal afgerond. Opvallend is dat bij deze onderkomens veel gebruik is gemaakt van aarde met begroeiing op de daken en de schuine zijkanten van de huisjes. In Arvidsjaur was dat niet te zien. Het kan zijn dat de aarde er daar is afgehaald.




Eerst naar Vittangi en vervolgens naar Palojoensuu
De fietstocht in dit gebied is vervolgd naar Vittangi aan de Torneälven. Het plaatsje ligt meer dan 100 km van Galliväre; noordelijk van deze plaats, op de splitsing van de weg nr.45 met weg nr.395.

Na een dag met droog en redelijk zonnig weer is het in Galliväre  helemaal mis. Stevige buien met onweer. Ik sta met het tentje op een plaats waar de waterplassen maar net buiten de tent blijven. In de loop van de ochtend wordt het wat droger. Het vertrek is kort na het middaguur.

Het eerste gedeelte van de tocht is die dag over de E10/nr.45. Na enkele tientallen kilometers zijn er bij het plaatsje Skaulo onderhoudswerkzaamheden. De weg wordt geasfalteerd. Het verkeer wordt wisselend uit beide richtingen doorgelaten. De weg rijdt nog wat plakkerig. En zo af en toe spettert er wat asfalt op de fiets of tegen een bagagetas. Vlak na het traject met de werkzaamheden is er in Puoltikasvaara een prima café-restaurant voor een pauze.
Om in Vittangi te komen moet na de pauze eerst nog enkele tientallen kilometers doorgereden worden over de doorgaande weg. Bij Svappavaara gaat de E10 verder in westelijk richting naar Kiruna en Narvik. De afslag naar rechts is voor weg nr.45 die verder gaat in een noordelijke richting, naar Vittangi en naar Karesuando aan de grens met Finland. Na ruim 20 km is de camping bereikt. Deze ligt enkele kilometers buiten Vittangi. ’s Avonds eet ik een gebakken visje in de grote tipi op de camping. Daarna maak ik nog enkele foto’s van de omgeving. Het water in de Torneälven staat hoog.





De route van Vittangi naar Karesuando is prachtig de volgende dag. In een overweldigende stilte gaat de weg over een lengte van meerdere tientallen kilometers geleidelijk omhoog naar Övre Soppero en verder. Het is een typisch fjelllandschap. Vervolgens daalt de weg vrij geleidelijk over tientallen kilometers naar het dal van rivier de Könkämä bij Karesuando en Palojoensuu. De vergezichten op de fjell, maar ook later op de dag bij het naderen van het rivierdal zijn formidabel. In de omgeving van Övre Sopporo neem ik die dag een pauze in een soort café-restaurant en eet en drink wat.

In Karesuando verwacht ik eigenlijk een levendig grensdorp in te rijden, maar dat blijkt niet het geval. Het is voor een passant in ieder geval niet zichtbaar. Alleen bij het tankstation zijn een aantal mensen in de weer met en voor hun voertuigen. Hoewel dit wel een wat groter dorp is, bedraagt het aantal inwoners niet meer dan drie tot vier honderd personen. Het aantal toeristen dat hier door deze omgeving rijdt zal op de meeste dagen in het seizoen vanuit de richting van Vittangi mogelijk enkele tientallen auto’s bedragen. Er kunnen enkele touringcars tussen zitten. Op de weg aan de overkant van de rivier, de E8 zal het drukker zijn. Er is een mogelijkheid om een autorondrit door Finmarken te maken; via de E8, weg nr.93 en de E6. Een niet zo’n lange rondrit met de auto of per bus over grotere doorgaande wegen via de plaatsen Skibotn, Hetta, Kautekeino en Alta. Maar dan nog zal het hier in het hoge en dunbevolkte noorden niet zo druk zijn.

De brug over de rivier is de grensovergang met Finland. De reguliere douanecontrole is hier vertrokken. Er staat nog wel een oude controlepost. Aan de andere kant van de rivier ligt het Finse zusterdorp Kaaresuvanto. Via de brug en dat dorp fiets ik naar de doorgaande weg aan de overkant, de E8. Via deze weg is de fietstocht vervolgd, rechtsaf richting Enontekiö/Hetta. In deze plaats gaat weg nr.93 het Plateau van Finmarken op, richting Alta. Inmiddels heb ik al circa 135 km gefietst en het is tijd om het tentje op te zetten. Deze avond kies ik voor een overnachting op de camping van Palojoensuu. Op de camping blijkt het op de klok van de camping al half tien in de avond te zijn. De campingbaas legt uit dat er nog steeds een tijdsverschil van een uur bestaat tussen Finland en Zweden. Betalen met Zweedse kronen is gelukkig geen probleem
.



_______________________________________  © hn - 2013  __________________________________