Vaartochten Grote Rivieren

 
De Grote Rivieren in Nederland worden druk bevaren door de beroepsvaart. Duizenden vrachtschepen varen dagelijks de rivieren op en de rivieren af. Diverse typen vrachtschepen zijn te onderscheiden. De grote vier- en zes baks duwvaart en de grote containerschepen vallen veelal direct op vanwege hun omvang. Daarnaast zijn er een scala aan andere typen binnenvaartschepen op de rivieren te vinden. Naast het verschil in omvang van de schepen is het verschil in vaarsnelheid een kenmerk van betekenis. Veelal heeft de vaarsnelheid te maken met het al dan niet geladen zijn van een binnenvaartschip. Toch zijn er voldoende voorbeelden van geladen schepen met vaarsnelheden vergelijkbaar met de snelheden van lege binnenvaartschepen.

Een speciale vorm van beroepsvaart betreft de veerponten. Een groot aantal veerponten varen tussen de oevers heen en weer. naast de autoponten, komen fiets- en voetgangersveren op veel plaatsen voor. Deze varen veelal seizoensgebonden. Een belangrijk onderscheidend kenmerk van de veerponten is of ze zich als "kabelponten" langs een kabel van de ene kant naar de andere kant van de rivier verplaatsen of dat ze "vrij varend" zijn. Vaart een kabelpont van de ene kant naar de andere kant dan heeft scheepvaart op de rivier geen vrije doorvaart. Daarnaast is er een derde categorie veerponten te onderkennen, de zogenaamde "gierponten". Deze veerponten zijn met een lange kabel geankerd, stroomopwaarts middenin de rivierloop en maken in combinatie met een motor gebruik van de stroming om van de ene kant naar de andere kant van de rivier te komen. De verankering is te herkennen aan een of meerdere drijvende schuitjes op de rivier. Aan de kant waar de veerpont zich bevindt kan de scheepvaart niet tussen het verankeringspunt midden in de rivier en de veerpont heen varen.

Een speciale vorm van beroepsvaart betreft de veerponten. Een groot aantal veerponten varen tussen de oevers heen en weer. naast de autoponten, komen fiets- en voetgangersveren op veel plaatsen voor en varen veelal seizoensgebonden. Een belangrijk onderscheidend kenmerk van de veerponten is of ze zich als "kabelponten" langs een kabel van de ene kant naar de andere kant van de rivier verplaatsen of dat ze "vrij varend" zijn. Vaart een kabelpont van de ene kant naar de andere kant dan heeft scheepvaart op de rivier geen vrije doorvaart. Daarnaast is er een derde categorie veerponten te onderkennen, de zogenaamde "gierponten". Deze veerponten zijn met een lange kabel geankerd, stroomopwaarts middenin de rivierloop en maken in combinatie met een motor gebruik van de stroming om van de ene kant naar de andere kant van de rivier te komen. De verankering is te herkennen aan een of meerdere drijvende schuitjes op de rivier. Aan de kant waar de veerpont zich bevindt kan de scheepvaart niet tussen het verankeringspunt midden in de rivier en de veerpont heen varen.

De Waal en Merwede worden zeer druk bevaren met vrachtschepen. Maas, Lek, Neder-Rijn en IJssel zijn minder druk. Ze bieden voor pleziervaartuigen meer mogelijkheden voor vaartochten. Het zijn en blijven echter Grote Rivieren die met veel aandacht gevaren moeten worden. Naast de beroepsscheepsvaart inclusief de veerponten heeft men tijdens een (meerdaagse) vaartocht onder meer te maken met waterstanden, stroming, vaargeulen en ondiepten en met sluis- en stuwcomplexen die gepasseerd moeten worden. Daarnaast zijn er diverse vormen van recreatie en recreatievaart.

Belangrijk is bij de planning van een vaartocht de waterstanden in de stroomgebieden van de Maas en/of de Rijn in de gaten te houden. Daarnaast zijn de 'weersomstandigheden van vandaag en morgen' belangrijk. Weinig wind of een vrij sterke wind maakt een groot verschil op de rivieren. Voorkom ongewenste weersomstandigheden! 


Beschrijvingen op basis van tekstgedeelten uit reisverslagen   
De rivieren Maas, Lek, Neder-Rijn en IJssel zijn prachtige vaarwateren met veel ruimte en een grote verscheidenheid aan rivierlandschappen. In dit gedeelte zijn een drietal teksten  uit reisverslagen van kajaktochten opgenomen. Allerlei aspecten van het varen met een kajak, of met een ander klein, langzaam varend pleziervaartuig op deze rivieren worden belicht.
 
De Merwede is een druk bevaren rivier in Nederland. Voor de recreatievaart vormt dit rivierdeel veelal de verbinding tussen Lek, Linge en Merwedekanaal aan de noordzijde van Gorinchem en de Maas en Brabantse Biesbosch aan de zuidzijde. De rivier moet daarbij overgestoken  worden.
Zie voor afzonderlijke informatie over de Merwede bij Gorinchem  >> Merwede bij Gorinchem 


1. Met een zichtbare stroming mee, naar Blitterswijck
Uit: De Maas - Vaartochten - Stroomopwaarts – Stroomafwaarts


Na een droge periode bij het stroomopwaarts varen van de Maas, van Woudrichem naar Ohé en Laak, treedt op de terugtocht bij het stroomafwaarts varen, een periode met meer regen en met onweersbuien aan. Een vroeg vertrek uit Wessem moet voorkomen onderweg naar de volgende camping in Kessel, verrast te worden door onweer. In Kessel vallen de eerste regendruppels na aankomst op de camping. Fikse regenbuien volgen daarna. Gedurende het korte verblijf in Kessel neemt de waterafvoer van de Maas aanzienlijk toe. De Maas verandert na een periode  zonder veel stroming, door de regenval in een rivier met een aanzienlijke waterstroming.
Tijdens het vervolg van de tocht begint het bij Sluis Belfeld nogmaals te regenen. De weersvoorspelling "Hier en daar kans op een onweersbui”  blijkt ongunstig uit te pakken.  Er is sprake van een stevige bui met onweer. De Maas is een regenrivier, zo blijkt tijdens de vaartocht. De rivier reageert snel op regenval.






Verregende dag
Nog voor het opzetten van het tentje op de camping bij Kessel betrekt de lucht. Halverwege het uitpakken van de kampeerspullen begint het te regenen en te onweren. Hard te regenen. Er zit niets anders op dan te schuilen onder een afdak. De tent ligt in de regen. Het is een enorme bui die ruim een half uur aanhoudt. Regenwater gutst van de daken en stroomt in de afvoerputten en gedeeltelijk direct via de geasfalteerde weg het talud af, richting maas. Plots is de bui weer over en komt voorzichtig een broeierige zon te voorschijn. Na een uur is de tent zo goed als droog en kan worden opgezet.

De temperatuur loopt snel op. Vanochtend heeft de radio voor Limburg temperaturen tot 32 graden opgegeven. En daar lijkt het nu veel op. Rond een uur of zes begint het opnieuw te regenen. Nu zet de regen echt door en wordt af en toe vergezeld door pittig onweer met windvlagen. ’s Avonds en ’s nachts blijft het flink doorregenen. Ook de volgende dag weet de regen van geen wijken. Het regent niet hard, maar wel voortdurend.

Af en toe loop ik naar de rivier toe om te kijken of deze al begint te stromen. En inderdaad, er ontstaat een zichtbare stroming. Het waterpeil bij de trailerhelling staat hoger. Na de lange droge periode is de stroming nog beperkt van sterkte.


In de namiddag haal ik een nieuw gastankje. Niet bij het tankstation waar alleen grote gasflessen verkocht worden, maar bij een winkel van de Boerenbond. Bij elkaar is het een wandeling van een kilometer of zeven. Na wat boodschappen bij de supermarkt, is het tijd voor een maaltijd bij een restaurant. Eethuis De Rozentuin bij de veerpont blijkt heerlijke gerechten te serveren. Gerechten met opmerkelijke namen. Achter de "Droom van de veerman” gaat een heerlijke vissoep schuil. En een "Prachtig paar” is een smaakvol hoofdgerecht met cheddar- en geitenkaas. Met een paar drankjes en met een kop koffie als afsluiting is het een complete maaltijd.

Met een zichtbare stroming mee, naar Blitterswijck
Veel is hetzelfde op het traject van Kessel naar Blitterswijck, zoals de afstand van 33 km en het afwisselende Maaslandschap. Toch zijn er belangrijke verschillen. Het weer en de stroming. ’s Ochtends is aan de richting Roermond varende motorboten te zien, dat deze echt tegen de stroom in moeten motoren. De stroomsnelheid zal ruim 2 km/h bedragen.

De lucht is grijs, maar het regent niet. In Sluis Belfeld begint het zachtjes te regenen. Verontrustend is het onweer op de achtergrond. Bij het uitvaren van de sluis zet de bui door. De stalen constructies van het stuw- en sluizencomplex zijn niet geschikt om te stoppen bij onweer. Doorvaren langs de hoge walkanten die hier zijn, is de enige mogelijkheid. De enorme plensbui duurt twintig tot dertig minuten. Het zicht is in de regen beperkt. Het onweer blijft op de achtergrond. Opeens is het droog.

 
 
  
 
Bij de passage van Venlo-Blerick valt bij de tonnen die hier de vaargeul markeren, de aanzienlijke waterstroming op. De tocht wordt vervolgd langs Grubbenvorst en Lottum. Bij Lottum (km 119) is de camping bij de veerpont van deze kant duidelijk te zien. De camping heeft een trekkersveld direct aan de Maas. Niet lang daarna komt Arcen al uit de rivierbocht te voorschijn. Vervolgens is er na het veer bij Broekhuizen de verscholen camping Kasteel Ooijen (km 125).
 
Inclusief de passage van Sluis Belfeld en een korte pauze wordt de camping ’t Veerhuys in Blitterswijck na ruim vijfenhalf uur peddelen bereikt. De stroming heeft duidelijk een gunstige invloed op de gemiddelde snelheid gehad.

Op kleine schaal is bij de camping in Blitterswijck te zien waar het Maaswater vandaan komt. De waterafvoer van het beekje bij de camping is door de regen van de afgelopen dagen aanmerkelijk toegenomen. Met de geschatte tien emmers water per minuut een aantal dagen geleden, zal de waterafvoer op het ogenblik twintig emmers water per minuut bedragen. Niet veel op het eerste gezicht. Bij een wat nauwkeurige blik op de Waterkaarten is te zien dat er in Nederland tientallen beekjes, beken en kleinere rivieren in de Maas stromen. Bekend zijn de Roer bij Roermond en ook de Dieze bij Den Bosch. Deze twee verzorgen beide de afvoer van het regenwater voor grote gebieden. Regenval verhoogt de waterafvoer snel en aanzienlijk. Dit beekje bij Blitterswijck moet wel één van de allerkleinste zijwatertjes zijn. Het staat zelfs niet op de Waterkaart aangegeven.


2. Stroomopwaarts over Lek en Neder-Rijn naar Arnhem - Stroomafwaarts over de IJssel naar Zwolle
Uit: Kajaktocht door Nederland 2005 - 800 km en 18 campings aan het water


In 2005 was het de eerste keer dat ik met een kajak over de rivieren Lek, Neder-Rijn en IJssel naar de Wieden en Weerribben in Overijssel peddelde. De tocht en het traject over de grote rivieren had ik goed voorbereid. Verrassingen moesten zoveel mogelijk voorkomen worden. Afstanden, stroming, sluizen, campings aan het water en dergelijke, dienden zoveel als mogelijk van te voren bekend te zijn.
Desondanks bleef het spannend. Tegelijkertijd met een groot vrachtschip in een grote sluis op de Lek of Neder-Rijn schutten is een ervaring. Het voor de eerste keer langs de IJsselkop peddelen en dan via de relatief smalle doorgang de eerste twintig kilometer de IJssel afvaren, is even wennen.
De weer- en vaaromstandigheden waren gunstig tot Doesburg. Op het dagtraject van Doesburg naar Terwolde waren er stevige regenbuien met onweer en windvlagen en lage temperaturen. Weer- en vaaromstandigheden kunnen snel veranderen op de grote rivieren, zo bleek.






Stroomopwaarts naar Arnhem
Van Gorinchem gaat de tocht eerst ruim 20 km over het Merwedekanaal naar Vianen. Er staat een stevige wind; schuin tegen. Na de sluis in Vianen is de route stroomopwaarts naar Arnhem. Aan het begin van de tocht is de waterstand bij Lobith circa 8.50 meter boven NAP. Dit betekent een lage tot matige waterafvoer van de Rijn. De drie stuw- en sluizencomplexen op de Lek en Neder-Rijn zorgen ervoor dat er niet meer dan 1 km/h stroming op de rivier is. Deze tegenstroom wordt de eerste twee dagen voor een belangrijk deel gecompenseerd door wind in de rug.

Na het passeren van de grote sluis in Hagestein en ruim 40 kilometer peddelen ziet de camping net voor het veer in Beusichem er om half zes in de middag aantrekkelijk uit. Een strandje en kamperen aan het water. Dit is de eerste overnachtingsplaats op de tocht.



Na het vertrek op de tweede dag ligt even voor Wijk bij Duurstede het Amsterdam-Rijnkanaal, dat overgestoken moet worden. Daarna worden verderop twee sluis- en stuwcomplexen gepasseerd; bij Amerongen en bij Driel. De camping voor de tweede nacht is in Oosterbeek - na de sluis van Driel. Vlak naast de lange trailerhelling ligt een zandstrook van enkele meters. Dit is een gunstige plaats om uit te stappen. De tenten en caravans staan een flink aantal meters boven het gemiddelde rivierpeil. De Neder-Rijn wordt hier niet meer gecontroleerd met stuwen. Het waterpeil kan snel stijgen.



Hoewel de drie stuw- en sluizencomplexen erg groot zijn voor kanoërs en de vrachtschepen duizenden tonnen lading bevatten is dit in feite een rustig stuk rivier. een rivierloop met mooie landschappen en prachtige vergezichten. Er zijn veel strandjes om aan de kant te gaan en de stroming is gering. Mits de waterafvoer niet te groot is natuurlijk.

De IJssel stroomafwaarts tot Zwolle
Bij het vervolg van de tocht ligt even voorbij Arnhem de IJsselkop. Hier ga ik bakboord-uit de IJssel op. Het is de smalle doorgang naar de brede IJsselvallei. De stroming is aanzienlijk. Toch al gauw 5 km/uur. De hoge walkanten bestaan voornamelijk uit basaltblokken en stortsteen. Er zijn weinig of geen uitwijkmogelijkheden. Het snelstromende water in de buitenbochten wordt voor een belangrijk deel door de oever terug gedrukt. Hierdoor ontstaan in het water wervelingen waarop het lastig peddelen is. Na een kilometer of tien verdwijnen de hoge oevers geleidelijk en wordt de rivier wat breder en wat rustiger. Nog voor Doesburg peddel ik de grote waterplas bij Rhederlaag in voor een pauze.
Op de IJssel blijkt duidelijk dat het niet zo is dat de te behalen gemiddelde vaarsnelheid met de kajak eenvoudigweg een optelsom is van de standaard gemiddelde vaarsnelheid plus de stroomsnelheid. De stroming mee geeft gemiddeld tussen de een en twee kilometer extra snelheid.
 
Voorbij Doesburg ga ik Het Zwarte Schaar in, een "dode arm" van de IJssel. Aan het einde van deze arm, is de camping voor de eerste nacht aan de IJssel.






Regen- en onweersbuien op de IJssel
De tweede dag op de IJssel wordt bepaald door regen- en onweersbuien. De weersvoorspellingen zijn niet goed. Twee overtrekkende fronten met buien en onweer worden op deze dag voorspeld. Bij het verlengen van het verblijf, blijk ik op een kampeerplek voor één nacht te staan. Deze is vanaf vandaag een week of langer gereserveerd. Tja...!?. De tent verplaatsen voor de aankomende nacht vind ik niet zo'n goed idee. Toch maar vertrekken.
 

Nog geen uur na vertrek begint het te regenen, heel hard te regenen. Snel naar de kant bij een van de weinige strandjes. Het blijft regenen, niet zo hard weliswaar. Later wordt de regen nog aangevuld met onweer op de achtergrond. Met jack aan is de tocht vervolgd. De temperatuur is drastisch en snel gedaald en peddelen geeft tenminste nog warmte. In Zutphen wordt het bar en boos. Het tweede front passeert; onweersbui met windstoten plus slecht zicht. Na een uurtje schuilen in de jachthaven centraal in de stad gelegen, verbetert het weer zich. In de late middag, na het passeren van Deventer komt de zon af en toe door de wolken. Als het tentje staat op de camping in Terwolde is een mooie zonsondergang te bewonderen. 
 
De ochtend start als een zonnige dag. De IJssel is prachtig met dit zonnige, rustige weer. Een aantal motorjachtjes varen al  op de IJssel. De meeste varen stroomafwaarts richting Zwolle. De stroming is aanzienlijk.



 
 
Lange sprint naar de sluis
De regen heeft de waterhoeveelheid in de IJssel doen toenemen lijkt het wel. Het stroomt lekker. Het gedeelte Terwolde - Zwolle is prettig om te kanoën. Een brede, bochtige rivier in mooie landschappen. Bij Den Nulden en verder stroomafwaarts voor Hattem zijn de campings aan het water opmerkelijk.
De gemiddelde vaarsnelheid ligt mede door de stroming tussen de acht en negen kilometer per uur. Het schiet lekker op. Dat moet ook wel als ik voor 19.00 uur bij de sluis in Zwartsluis wil zijn.



Op de IJssel bij Zwolle draait een binnenvaartschip enkele honderden meters voor me, de toegangsvaart van de sluis van het Zwolle-IJsselkanaal op. Ik zet meteen een sprint in. Na de bocht blijkt de afstand tot de sluis aanzienlijk. Blijven peddelen! Het binnenvaartschip verdwijnt langzaam in de sluiskom. Nog geen honderd meter voor me worden de lichten op rood gezet. En gaan de sluisdeuren langzaam dicht. Doorvaren mag niet, maar is ook niet verstandig. Tja...!?, kwaad worden helpt niet. Gelukkig volgt een snelle volgende schut.

Om 16.30 uur ben ik aan de andere kant van de sluis, op het Zwolle-IJsselkanaal. Via het Zwarte Water, peddel ik snel langs Hasselt verder naar Zwartsluis. Iets voorbij Zwartsluis is het zoeken naar de toegang van de Arembergse Sluis, de verbinding met de Wieden. Kilometerpaal 17 is te ver. Weer een paar honderd meter terug. Tussen kwart voor zeven en zeven uur is er mondeling contact met de sluiswachter die de sluis net aan het afsluiten is voor die dag. Ik moet om uiterlijk kwart voor zeven voor de sluis liggen wil ik nog geschut worden, geeft hij mij te kennen. Ondanks dat de (te) late schut hem niet vrolijk stemt, heeft hij begrip voor de situatie. Een half uur later ben ik op de camping in Belt Schutsloot.


  ________________________ © hn - 2013 / maart 2016 / december 2017______________________