STROOMOPWAARTS OVER LEK EN NEDER-RIJN - STROOMAFWAARTS OVER IJSSEL


Inleiding

Deze tekst is gebaseerd op het reisverslag van de vaartocht door Nederland in 2008. U vindt hier een uitgebreide beschrijving aan van de tocht met een kajak over de grote rivieren Lek, Neder-Rijn en IJssel. Van Vianen naar Kampen. Voor de eerste keer vaar ik tijdens een kajaktocht door Nederland het traject van Zwolle naar Kampen over de IJssel.
Het is een beschrijving van een tocht waarbij de locatie van een aantal herkennings-punten op de route met behulp van kilometeraanduidingen nauwkeurig aangegeven is.

In het boekje met het reisverslag is aangegeven waarom het voor de hand ligt om een vaartocht door Nederland met een langzaam varend pleziervaartuig in een vaarrichting tegen de wijzers van de klok te varen. Kort samengevat komt het er op neer dat bij gesloten stuwen op Lek en Neder-Rijn de tegenstroom op deze rivier beperkt is. Deze is minder sterk dan de tegenstroom op de IJssel bij een gekozen vaarrichting met de wijzers van de klok mee. Vooral de laatste twintig kilometer tegen de stroom in, grofweg op het gedeelte van Doesburg naar de IJsselkop kan de stroming op de bochtige IJssel zeer krachtig zijn.

Gunstige omstandigheden voor een vaartocht kunnen tegengewerkt worden door hoge waterstanden op de grote rivieren. De stuwkanalen van de sluis- en stuwcomplexen op de Neder-Rijn en Lek worden geopend. Dit gebeurd veelal bij een waterstand hoger dan 10.00 meter boven NAP bij Lobith. Daarnaast is het mogelijk dat de stuwen op een "grote kierstand” gezet worden, hetgeen een aanzienlijke stroming op Neder-Rijn en Lek tot gevolg heeft. Van deze "grote kierstand” wordt veelal gebruik gemaakt bij waterstanden tussen de 9.00 en 10.00 meter boven NAP bij Lobith. Hierbij geldt overwegend dat hoe dichter de waterstand bij 10,00 meter boven NAP komt, hoe groter de kierstand zal zijn. Het kan zelfs voorkomen dat de stuw bij Driel nog niet geheven is bij een waterstand van 10,50 meter. De kierstand van de stuw zal dan echter zeer groot zijn en de stroming op Neder-Rijn en Lek zal fors zijn.

De vaaromstandigheden kunnen ook minder gunstig zijn bij lage waterstanden. Op het gedeelte van de IJsselkop naar Doesburg bijvoorbeeld, is de bochtige en smalle IJssel dan aanzienlijk versmald.
 
Een waterstand bij de IJsselkop van circa 8.50 meter boven NAP is prettig om stroomafwaarts de IJssel af te varen. Deze waterstand kan op gespannen voet staan met de grootte van de kierstand van de stuwen op Neder-Rijn en Lek. Hetgeen betekent dat men te maken heeft met een aanzienlijke stroming op Lek en Neder-Rijn. Een waterstand van rond de 8.20 meter boven NAP is voor wat betreft de gewenste tegenstroming op de Lek en Neder-Rijn een meer voor de hand liggende  "ideale waterstand". Naast een beperkt aantal dagen met deze "ideale waterstand" zijn er ieder jaar meer dagen met andere waterstanden waarop een vaartocht via Lek, Neder-Rijn en IJssel toch goed mogelijk is. De waterstanden bij Driel, de IJsselkop en Lobith zijn wel waterstanden om bij de voorbereiding en tijdens de vaartocht in de gaten te houden.

Zie voor meer informatie ook de webpagina's Waterstanden en Stroming en Aandachtspunten en Tips.


Stroomopwaarts over Lek en Neder-Rijn en Stroomafwaarts over de IJssel
Gebaseerd op een gedeelte uit het boekje:
Vaartocht door Nederland - Vaarrichting O-N-W-Z




Stroomopwaarts over Lek en Neder-Rijn
De waterstanden zijn dit jaar gelukkig normaal voor de tijd van het jaar. Vorig jaar was door de hoge waterstanden de tocht via Lek, Neder Rijn en IJssel niet mogelijk en moest voor de alternatieve route over de Randmeren naar Noord-Nederland gekozen worden.
Het vertrek is eerst voor woensdag gepland. De weersomstandigheden zijn met regenbuien en veel wind echter onbestendig. Hierdoor wordt pas zaterdag vertrokken. Een dag met redelijk goede weersvooruitzichten.

Het vertrek is om 10.30 uur uit Gorinchem. De eerste 23 km van de tocht gaat grotendeels over het Merwedekanaal naar de Lek bij Vianen. De wind is matig en waait uit de ZZW-hoek, wat een meewind op het kanaal betekent. De eerste vier kilometer wordt vanaf Gorinchem over de Linge gevaren om vervolgens in Arkel over het verbindingskanaal naar het Merwedekanaal te varen.

Het scheepvaartverkeer op het Merwedekanaal is vrij rustig en bestaat vandaag hoofdzakelijk uit pleziervaartuigen. Het kanaal is een belangrijke verbindingsroute tussen de vaarwateren van Midden-Nederland en de vaarwateren in Zuid-Nederland, zoals de Maas, de (Brabantse) Biesbosch en de Zeeuwse Wateren. Het met enkele grote en een aantal kleine bochten in het polderlandschap slingerende kanaal is aantrekkelijk vaarwater voor de pleziervaart.
Af en toe komt een aantal pleziervaartuigen groepsgewijs, gereguleerd door de sluis in Vianen en de bruggen, vanuit de andere richting aangevaren. Een enkele keer vaart een motorboot in dezelfde richting me voorbij. Het scheepvaartverkeer
brengt de nodige golfslag met zich mee. Golfslag die bij de opstaande walkanten niet snel verdwijnt.

Met de matige wind ZZW in de rug wordt het gedeelte van Gorinchem naar de sluis in Vianen binnen drie uur afgelegd. Tegelijkertijd met een aantal pleziervaartuigen verloopt de schut naar de Lek vrij snel. Na de sluis (km 950) wordt de tocht via de Lek stroomopwaarts vervolgd naar Sluis Hagestein (km 948 – 947). Een afstand van circa 3 km. Attentie is op dit korte traject vereist. Binnen een kilometer na de sluis is er aan bakboord de verbinding met het drukke Lekkanaal. Dit kanaal geeft voor de beroepsvaart verbinding met het Amsterdam-Rijnkanaal.
Na de verkeersbrug van de A27 ligt de stuw aan stuurboordzijde en de sluis aan bakboordzijde, aan de kant waar het dagrecreatie-terrein ’t Waal in de afgesneden rivierbocht is aangelegd. Bij het toegangswater naar dit terrein is een klein strandje een uitstekende plek voor een korte pauze met een kajak. Enkele pleziervaartuigen liggen bij de "wachtsteiger sport" aangemeerd.





Na twintig minuten vaart een groot containerschip richting sluis. Het is tijd om nu snel naar de sluis te varen. Met dit containerschip en drie sportboten is de schutting niet lang daarna. De sluiskolk heeft een enorme lengte en biedt meer dan genoeg ruimte.

Na de sluis is de spoorbrug bij Culemborg (km 940) uit de verte al spoedig te zien. De rivier heeft na de sluis tot de grote bocht bij Culemborg een zuidoostelijke richting. De wind die tot Vianen prettig in de rug waaide, staat nu vrij onverwacht schuin tegen.
Vlak na de spoorbrug vaart de veerpont van Culemborg. Het is een kabel- en gierpont die frequent heen en weer vaart. Vlak na deze pont ligt een jachthaven met camping op de zuidelijke oever. Het is nog geen vier uur in de middag en ik besluit om in ieder geval door te varen naar de volgende jachthaven met camping bij Beusichem(km 933). De dagafstand bedraagt hierbij circa 40 km.

Het traject tussen Hagestein tot voorbij Beusichem - tot de kruising met het Amsterdam-Rijnkanaal (km 929) - is één van de aantrekkelijke gedeelten van Lek en Neder Rijn. Een door het vlakke landschap slingerende rivier met wijdse vergezichten over brede uiterwaarden en met regelmatig een zandstrandje langs de rivieroever.
Het kampeerterrein ligt bij het Beusichemse Veer en is van veraf te zien. Aangekomen bij het terrein is het erg handig dat het tentje vlakbij de walkant op de lage oever opgezet kan worden.

De volgende dag
De weersvoorspellingen zijn niet goed de volgende dag. Regen en wind. Twijfel tijdens de ochtend; vertrekken of een dag verlengen? Het weer zal de komende dagen waarschijnlijk niet veel beter zijn. De regen en de wind blijken in de loop van de ochtend  mee te vallen. Toch maar vertrekken lijkt het beste.

In een miezerige regen vertrek ik om 11.30 uur richting Arnhem. Oosterbeek is het doel voor de avond. Om daar op tijd aan te komen, moet vaart worden gemaakt. De afstand bedraagt 44 km en daarbij worden twee sluizen gepasseerd; Sluis Amerongen (km 923 – 921) en Sluis Driel (km 893 - 890). De motregen houdt die dag al vrij snel op. De donkere wolken worden soms afgewisseld door zonlicht dat hier en daar fel maar diffuus door de wolken heen schijnt. Later op de dag klaart het weer verder op en tegen de avond is er sprake van een half bewolkte lucht met regelmatig zonneschijn. De wind, uit zuidwestelijke richting, waait soms lastig van opzij. Er zijn ook gedeelten met een prettige wind in de rug. Dit hangt af van de richting van de rivierloop.

Na ruim drie kilometer is de kruising van de Lek met het Amsterdam-Rijnkanaal (km 929). Daarna volgt de passage van Wijk bij Duurstede. De plaats met de veerpont en met het stadsgezicht waarin de molen aan de waterkant prominent vertegenwoordigd is. Aan de oostzijde van Wijk bij Duurstede verandert de naam van het vaarwater onmerkbaar van Lek in Neder-Rijn. Het is ook de plaats waar de Neder-Rijn tot Sluis Amerongen een duidelijk gekanaliseerd profiel krijgt. De oevers zijn op dit gedeelte recht getrokken en versterkt met basaltblokken en stortsteen.

Bij km-paal 924 is aan stuurboordzijde de toegang naar Het Eiland van Maurik; een grote waterplas hoofdzakelijk ontstaan door zandwinning. Deze recreatieplas is voorzien van meerdere campings en jachthavens.
Bij Sluis Amerongen valt een groot geel doek op bij de ingang van de sluiskolk. ”Stewards op de sluis” staat met grote letters op het doek. Dit betekent dat er op de sluis meerdere stewards assisteren voor een goede gang van zaken bij de schuttingen. Ze zijn er vooral voor de recreatievaart. Tijdens de drukke vakantieperioden zijn de stewards op steeds meer sluizen aanwezig.




 
Na het verlaten van Sluis Amerongen breekt zonlicht diffuus door de wolken. Twee pleziervaartuigen die eveneens de sluiskolk uitgevaren zijn, lichten helder op tegen een achtergrond met de beboste delen van de Utrechtse Heuvelrug. Bij het stadje Amerongen buigt de rivier van een noordelijke, in een oostelijke richting. Na het passeren van de veerponten bij Eck en Wiel en bij Ingen draait de rivier verder in een zuidoostelijke richting.





Rhenen met de markante kerktoren aan de waterkant is inmiddels vlakbij. Ter hoogte van de kerktoren is een passantenhaven voor pleziervaartuigen (km 910). De boten, een aantal witte huizen met rode pannendaken op de dijk, de hoge kerktoren en de verder weg gelegen molen, geven samen met de gevarieerde begroeiing een sfeervol beeld van Rhenen aan het water.

Wageningen ligt van hier een kleine tien kilometer verder (km 903). Na de verkeersbrug bij Rhenen is de steile beboste Grebbeberg op de noordelijke oever opvallend. In de verte is het Opheusdense Veer in de volgende rivierbocht al waar te nemen. Bij de veerpont bevinden zich aan beide zijden van de rivier ruime uiterwaarden. Hier eindigt de Utrechtse Heuvelrug en beginnen pas enkele kilometers verderop de heuvels van de Veluwe. Bij het passeren van de veerpont maakt de rivierloop een scherpe bocht naar links. Na de bocht komen de heuvelhellingen van Wageningen in zicht. Op de oever aan stuurboordzijde staan twee hoge schoorstenen en de opstallen van de steenfabriek op de Wolfswaard. Enkele kilometers verder vermeldt een bord op de walkant dat hier in de omgeving de Rivierverruiming Lexkesveer plaatsvindt. Veerpont Lexkesveer biedt iets verderop de verbinding met Wageningen. De rivierloop heeft dan inmiddels een bocht naar rechts gemaakt.





Sluis Driel ligt nog tien kilometer verder stroomopwaarts (km 893). De gevaren kilometers beginnen een merkbare vermoeidheid te geven. De vaart erin houden blijft belangrijk om op een redelijke tijd in Oosterbeek op de camping aan te kunnen komen. Na een aantal groene kilometers langs de Wageningse Berg is er langs Renkum tot de bocht voor Sluis Driel een vrij recht gedeelte zonder de kenmerkende heuvelhellingen bij de rivier. Na de verkeersbrug, in de bocht naar links openbaart zich een fraai landschap bij Doorwerth. Het Veluwe Massief komt hier net zoals bij Wageningen tot aan de rivier.

Bij de sluis leg ik de kajak achter de remmingwerken op een zandstrook en meldt me om ongeveer 18.30 uur aan via de intercom. Er komt geen scheepvaart aan, maar de sluismeester zal de sluis naar deze kant open zetten. Niet zo lang daarna volgt een vlotte schutting.
Later op de avond verneem ik op de camping dat de sluistijden op zondag bij Sluis Driel maar tot 20.00 uur zijn. Met nog eens 30 tot 60 minuten in mindering voor de laatste schutting, blijkt de marge wel erg krap te zijn geweest. Ik was ervan uitgegaan dat de schuttijden alle dagen van de week tot laat in de avond zijn. In het weekend zijn de schuttijden bij Sluis Amerongen en Sluis Driel echter beperkt.









De Jachthaven-Camping Oosterbeekse Rijnoever (km 888.7) ligt maar enkele kilometers van Sluis Driel. In de avondzon zijn het prachtige kilometers met de groene heuvelhellingen tot aan de rivier. Het haventje bestaat uit een aantal drijvende plankieren vlakbij de walkant. Deze zijn in de lengterichting van de rivier neergelegd. Het haventje ziet er kleurrijk uit. De paar meter zand naast de trailerhelling is uitstekend te gebruiken als uitstapplaats. De campingplaatsen zijn hier een aantal meter hoger gelegen. Hierdoor is de camping samen met de drijvende jachthaven tegen hogere waterniveaus bestand.

Langs Arnhem naar de IJsselkop en verder naar Doesburg
Het traject voor de maandag geldt als één van de lastigste van deze vaartocht. Langs de IJsselkop en dan stroomafwaarts de IJssel af naar Doesburg. Daarvoor moeten eerst nog een kleine tien kilometer stroomopwaarts langs Arnhem naar de IJsselkop (km 879.5) afgelegd worden. De passage van Arnhem is een prettig gedeelte met de nodige afwisseling. De stroming lijkt wel iets sterker dan de twee voorgaande dagen. De tegenstroom zal spoedig in een aanzienlijke meestroom veranderen.





Bij de IJsselkop is weinig scheepvaart op dit moment. Toch is het heel goed opletten bij deze splitsing. Eerst vaar ik aan de stuurboordoever een paar honderd meter het Pannerdenskanaal op. Deze vaarwijze geeft een beter zicht op scheepvaartverkeer dat eventueel op het kanaal of op de IJssel vaart. Na het kanaal overgestoken te zijn gaat het snel stroomafwaarts richting de smalle, gekanaliseerde IJssel. De stroming op de IJssel is aanzienlijk.
Het traject tot voorbij Dieren vraagt om extra en een voortdurende aandacht. Het traject is bochtig, relatief smal en het is voorzien van een aanzienlijke waterstroming. Bovendien zijn er op dit gedeelte weinig uitwijkmogelijkheden.





Na een paar kilometer doet zich een situatie voor die alle aandacht verdient. Twee stroomopwaarts varende vrachtschepen tonen allebei het blauwe bord aan stuurboordzijde. Dit betekent dat zij de andere, de bakboordzijde van de rivier aanhouden. Het voorste schip heeft net het andere vrachtschip ingehaald. Tussen het aan bakboordzijde varende schip en de korte krip is weinig ruimte. Te weinig ruimte om zelf stroomafwaarts door te varen aan de rechteroever.
Het stroomopwaarts varende schip heeft op de IJssel voorrang. Niet alleen ten opzichte van pleziervaartuigen, maar ook ten opzichte van stroomafwaarts varende vrachtschepen. Op deze plaats is voor een kajak voldoende ruimte om te wachten. De ruimte kan aanzienlijk minder zijn. Motorboten varen in een dergelijke situatie veelal vroegtijdig naar de andere zijde van de rivier, naar de buitenbocht. Voor met spierkracht voortbewogen vaartuigen is daar niet altijd voldoende tijd voor. Bovendien is het voor deze vaartuigen voortdurend van walkant veranderen een weinig wenselijke vaarwijze. Belangrijk is om zich niet te laten verrassen en al naar gelang de situatie, de juiste vaarwijze te kiezen. Rekening houden met oplopende schepen is essentieel. Gebruik van een marifoon kan een oplossing bieden. Belangrijk is hierbij te beseffen dat men al peddelend al met heel veel dingen tegelijk bezig is en dat de marifoon geen beslissingen kan nemen.








Na een kleine 20 km op een bochtige, vrij smalle en sterk stromende rivier is aan de rechteroever de invaart van het grote recreatiegebied Rhederlaag (km 896.5). Hier zijn goede mogelijkheden om aan te leggen en voor korte of langere tijd te pauzeren. In het recreatiegebied zijn ook meerdere campings en jachthavens.





In de ruime buitenbocht enkele kilometers verderop, is het veranderende beeld van Doesburg verrassend. Vlak voor de kade is aan stuurboordkant de toegangsvaart naar de Oude IJssel (km 902N). Op dit punt en verder langs de kade van Doesburg staat een lastige stroming. Het Zwarte Schaar is varend alleen te bereiken door een paar kilometer voorbij Doesburg de oude, afgesneden rivierarm in te varen (km 704.7N). In de rivierarm met een lengte van ruim drie kilometer bevinden zich meerdere campings en jachthavens. Voor enkele dagen vind ik een kampeerplek op Camping IJsselstrand.

De weersvoorspellingen voor de komende dagen zijn niet goed. Veel wind, fikse regenbuien en onweer. Een paar dagen op de camping blijven is het beste. In de nacht van dinsdag is er erg veel wind. De wind is hard en zwelt af en toe aan tot volgens de weerberichten 90 km/h. Daarbij is er een stevig onweer dat soms enigszins onnatuurlijk overkomt. De volgende dag blijft de wind flink doorwaaien en zijn er nog een aantal regenbuien.

Traject Doesburg - Veessen
Voor woensdag zijn de weersvoorspellingen vrij goed. Zon, weinig wind uit zuidelijke richting en kans op een plaatselijke, stevige bui. Temperaturen zullen net iets boven de 20 graden liggen.

Om een uur of twaalf vaar ik op de IJssel. Als dagtraject ligt Doesburg-Veessen in het verschiet. Dit is een lang, maar bij deze weersomstandigheden prettig traject van circa 60 km. De stroming is merkbaar aanwezig en verhoogt de gemiddelde snelheid. Meerdere karakteristieke punten worden gepasseerd.





Eerst is er Dieren (km 911). Het plaatsje met de veerpont ligt in een scherpe doorlopende bocht. Niet lang daarna is de veerpont bij  Bronckhorst (km 917) van veraf zichtbaar. Dan volgt al snel de bocht ten zuiden van Zutphen. Het is een grote bocht naar links die zich uitstrekt over vijf kilometer en een overwegend groene oevervegetatie heeft in de vorm van bomen en struiken.





Na de verkeersbrug komt de stad Zutphen te voorschijn. Voor de spoorbrug, in het oude centrum van Zutphen is de Vispoorthaven, een kleine jachthaven (km 927.5). Voorbij Zutphen wordt na de Marshaven (km 930), de toegang tot het Twentekanaal gepasseerd (km 931).

Tussen Zutphen en Deventer ligt Zandgat Gorssel (km 935.5). Dit is een plaats langs de IJssel waar men gemakkelijk aan kan leggen met een motorboot. Een kajak kan eenvoudig op een zandstrandje getrokken worden. Dit kan zowel bij de ingang als achterin de waterplas. Het is een aantrekkelijke plek voor een korte of langere pauze.
Ik peddel naar de oostzijde van de plas en leg de kajak op het zandstrandje. Na wat gegeten en gedronken te hebben vertrek ik na ruim een half uur voor het volgende gedeelte van de etappe.

De passage van Deventer (km 944 – 947) begint acht kilometer verderop. De stad ligt uitgestrekt langs de IJssel. Tussen de verkeersbrug en de spoorbrug, vanaf de kade in het centrum van Deventer vaart een pontje heen en weer tussen Deventer en de Stenenkamer.

Na Deventer is het nog een kleine 15 kilometer naar Veessen. Zeker met het mooie, rustige weer is het prettig peddelen op dit gedeelte van de IJssel. Tot Olst loopt de rivier met een groot aantal kleine bochten in noordelijke richting. Jachthaven Terwolde en Camping De Scherpenhof worden gepasseerd (km 951.5). Na de veerpont van Olst te zijn gepasseerd (km 957) maakt de rivier een tweeledige bocht naar links. In deze bocht bevinden zich enkele campings aan het water die van veraf al waar te nemen zijn. Vervolgens maakt de IJssel een scherpe en doorlopende bocht van bijna 180 graden naar rechts. Vlak na deze bocht ligt Veessen op de noordelijke IJsseloever. Bij Camping IJsselzicht (km 962.5) leg ik de kajak aan de kant op één van de strandjes. Een kampeerplek op de kampeerveldjes, een honderd meter van de waterkant is snel gevonden.





Van  Veessen naar Zwolle en verder over de IJssel naar Kampen
Het vertrek uit Veessen is om 12.30 uur. De afstand die vandaag afgelegd moet worden is 35 km. De weersvooruitzichten zijn vrij goed.
Op het gedeelte bij Zwolle verbreedt de IJssel zich. Ook neemt de stroming af. De stroomsnelheid die bij Deventer nog meerdere kilometers bedraagt, is na Hattem bij een beperkte waterafvoer ongeveer een kilometer per uur.

De afstand naar Zwolle is een kleine 20 km. Bij kilometerpaal 966 vaart het Wijhese pontveer heen en weer. Een kleine 6 km verder ligt de camping ten zuiden van Hattem in een scherpe rivierbocht. Hierna wordt het mooie rivierlandschap afgewisseld met een opmerkelijke energiecentrale langs de waterkant. Na het voetveer en de jachthaven bij Hattem komen al snel de spoorbrug en vervolgens de verkeersbrug in de omgeving van Zwolle te voorschijn. Na de passantenhaven en de tweede verkeersbrug bij de stad te zijn gepasseerd, ligt de Spooldersluis (km 980.5), aan de noordwest kant van Zwolle.





De toegangsvaart naar de Spooldersluis wordt voorbij gevaren. De tocht gaat verder over de IJssel richting Zalk. Het gedeelte naar Zalk (km 984) is vrij breed en recht. De vergezichten met Zalk aan de horizon zijn bij deze weersomstandigheden bijzonder mooi. Bij Zalk maakt de IJssel een paar scherpe bochten. Eerst naar rechts en dan naar links om daarna tot De Zande (km 989) in westelijke tot zuidwestelijke richting te stromen. Bij De Zande maakt de rivier vervolgens een scherpe bocht en stroomt in een meer noordelijke richting naar Kampen.
Op het bochtige, en vrij smalle gedeelte bij Zalk liggen talrijke boeien om de vaargeul aan te geven. Ondieptes zijn er vooral in de binnenbochten. Kanovarend heeft men hier weinig last van.

Een kilometer of zeven voor Kampen is het tijd voor een korte pauze; op een smal strandje met zicht op de plaatsjes Nieuwstad en Wilsum, een paar kilometer terug.




De wind is meer naar het westen gedraaid en iets toegenomen. Het gevolg is dat de laatste zeven kilometer tegen een stevige wind op een brede IJssel afgelegd moet worden. Na de betonnen Verkeersbrug een paar kilometer voor Kampen is de Nieuwe IJsselbrug in Kampen (km 995.5) een bezienswaardigheid. De brug ziet eruit alsof deze is samengesteld met een bijzonder assortiment van meccano onderdelen. De vier grote goudkleurige katrollen bovenop de pilaren van de brug zijn kenmerkend. Het zijn echter geen versierselen. Hiermee kan het beweegbare deel van de brug omhoog gehesen worden. Vlak voor de brug is een passantenhaven. De toegang tot het Ganzendiep is
via de Ganzensluis na de brug (km 996). Even voor zes uur ben ik bij de sluis. En niet veel later op Camping Seveningen op de westelijke oever, vlak achter de sluis.







_______________________________ © hn - 2013 ______________________________