OVER DE JOTUNHEIMVEIEN EN DE FRIISVEGEN NAAR HET OSTDAL

 
Dit gedeelte van de fietstocht gaat over twee oude wegen in Noorwegen. De wegen lopen  van west naar oost over hoger gelegen plateaus tussen belangrijke routes van het zuiden naar het noorden. De routes liggen in een uitgestrekt bergachtig gebied enkele honderden kilometers ten noorden van Oslo. In de winterperiode zijn ze voor verkeer niet, of moeilijk toegankelijk. In de zomerperiode zijn ze veelal wel toegankelijk. Er is niet zoveel doorgaand autoverkeer dat van de wegen gebruik maakt. Op fietstochten bieden de wegen goede mogelijkheden voor mooie verbindingen tussen plaatsen en gebieden.
 
Door de hoogteligging en de geringe bevolkingsdichtheid heeft een fietstocht wel meer voorbereiding nodig. Daarnaast hebben de wegen een grotendeels onverhard wegdek, wat meer eisen aan het fietsmateriaal stelt. Het onverharde wegdek kan tijdens natte perioden moeilijker begaanbaar zijn.

De aanlooproute naar Fagernes
De eerste dag gaat de fietstocht van Geilo naar Gol en verder naar de camping in Fagernes. De weg loopt hoofdzakelijk naar beneden; van 750 meter hoogte in Geilo naar een hoogte van 350 meter in Fagernes. Dit is de aanlooproute voor de route door de bergen. Van Fagernes is de fietstocht vervolgd via de weg nr.51 langs Beitostølen naar de splitsing Bygdin en verder in oostelijke richting over de Jotunheimveien naar het Gudbrandsdal en vervolgens via de Friisvegen naar het Ostdal. Het traject is in drie dagen afgelegd.





De weg loopt van Fagernes langzaam maar gestadig omhoog. Over een afstand van vele tientallen kilometers. In mijn herinnering is het één van de prettigste lange, maar niet zo steile beklimmingen; geasfalteerde weg, weinig verkeer en mooie berglandschappen. Het traject van Fagernes-Bygdin blijkt bij elkaar toch een hoogteverschil van 800 meter te bevatten; van ongeveer 350 naar 1150 meter.
Na een kop koffie op het terras bij het berghotel in Bygdin gaat het rechtsaf de oude tolweg op, richting Skåbu. Fietsers behoeven geen tol te betalen. Het is het begin van de Jotunheimveien; zie de foto hieronder.





De Jotunheimveien
Bij nader inzien ben ik te laat aan de route begonnen. Het weer is goed, maar de route is lang en pittig. Naast de vlakkere en licht dalende stukken, zijn er steile klimmetjes die soms langer aanhouden. De weg heeft geen asfalt maar bestaat uit aangereden, stevige grond met veelal wat vastgereden steenslag erop. Hier en daar is de weg enigszins zacht. De banden drukken zich in het wegdek.

Vooral het eerste gedeelte dat langs het meer loopt is buitengewoon mooi. Er zijn formidabele uitzichten over de meren en bergen; zie foto hierboven. De lucht is deze dag kraakhelder met een zicht van meer dan 20 kilometer. De weg wijkt na verloop van tijd verder van het Vinstri bergmeer en loopt het berglandschap in. Naar het hoogste punt van ruim 1200 meter. Een aantal kilometers zijn er nog mooie vergezichten over het bergmeer en de bergen. Hier en daar grazen enkele runderen; zie de foto hieronder. Vervolgens zijn er afdalingen en nieuwe beklimmingen.





De grote beproeving komt vooral na de tweede afdaling. De lange afdaling gaat behoorlijk naar beneden. "Ik ben zo op de camping in Skåbu”, is de gedachte. Maar dat valt tegen. De afdaling heeft te maken met een tweede dal met steile hellingen dat nog voor het hoger gelegen Skåbu ligt. De routekaart geeft hier geen duidelijke informatie over. Steil naar beneden betekent in dit geval ook weer steil omhoog. Op het gedeelte omhoog zijn er bovendien een aantal bijtende vliegen die mij als een buitenkansje zien. Waar die vliegen ineens vandaan komen is een raadsel. De fiets valt tijdens een korte eetpauze ook nog eens van de standaard. Mijn humeur is naar een dieptepunt gezakt. Gelukkig is er na de klim, enkele kilometers na Skåbu een prettige, gastvrije camping.


De Friisvegen
De volgende dag wordt de fietstocht vervolgd naar Vinstra. Afdalend het Gudbrandsdal in, is het fietsen een stuk makkelijker. In Vinstra wordt weg nr.256 Harpefoss-Ringebu genomen. Deze is gedeeltelijk onverhard, maar verkeersarm. De weg volgt het Gudbrandsdal. Verder zuidelijk in het dal liggen Lillehammer en Hamar. Zie de foto hieronder.





In Ringebu wordt het dal verlaten en is de route in noordelijke richting, de Friisvegen op, naar Måsaplassen en verder naar Atna. De camping is nog een kilometer of twaalf. De weg gaat in dit gedeelte soms steil omhoog; van ruim 200 meter naar meer dan 800 meter boven zeeniveau. In de omgeving van het ski- en vakantiecentrum met camping wordt het wat vlakker. Het is broeierig warm in de middag en avond.

In de nacht heeft het na tien dagen met droog weer geregend. In de ochtend regent het nog steeds. De motregen houdt tot in de middag aan. Het is merkbaar afgekoeld. De volgende plaats op de geplande route is Atna in het Ostdal aan de rivier de Glomma. Een bekende plek van de fietstocht van vorig jaar.


Eerst wordt na enkele kilometers de kleine nederzetting Öksendalen gepasseerd. De weg loopt tussen de boerderijen door die hoofdzakelijk in de zomer gebruikt worden voor het melkvee. De weg stijgt na een wat vlakker gedeelte naar een hoogte van 1100 meter en blijft over een aantal kilometers rond die hoogte, om vervolgens flink te dalen. De gedeelten met een onverhard wegdek zijn inmiddels wel veranderd in een wegdek met asfalt.
Het weer blijft fris en druilerig. Het is soms ronduit mistig met niet al te veel zicht. Een mistbril geeft bij deze omstandigheden wat beter zicht. Het regenpak geeft het nodige comfort tegen de regen en tegen de kou bij de afdaling. Naar beneden gaat snel. Enkele honderden meters lager verdwijnt de mist en klaart het zelfs wat op.

Op een steil stuk naar beneden loopt de snelheid dusdanig op dat afremmen noodzakelijk is. En dan gebeurt het toch - een blokkerend en slippend achterwiel. Het is één van de dingen die je voortdurend tracht te voorkomen tijdens het fietsen. Het kan komen door wat zand of grit op de weg. Gelijk de rem loslaten helpt het beste. En met een beetje geluk kiest de fiets zonder veel problemen weer de goede richting. Daarna gelijk rustig afremmen. Gelukkig geen probleem bij deze situatie, maar het is wel schrikken. Vanaf een hoogte van zo’n 600 meter gaat de route door een boomrijke omgeving. De Friisvegen komt uit op de Atnadalenroute, deze loopt via de nr.219 naar Atna gelegen in het Ostdal.





Vanuit Atna zijn de volgende dagen twee fietstochten gefietst. Deze tochten gaan gedeeltelijk door bergachtig terrein. De
beschrijving van deze dagtochten is niet op deze website weergegeven. De foto hierboven geeft een vergezicht vanaf een uitkijkpunt enkele honderden meters boven Övre Rendal.



_______________________________ © hn - 2013 _____________________________