OVER KUSTWEG EN DOOR TUNNELS NAAR DE NOORDKAAP

 
Vanaf de Olderfjord zal hoofdzakelijk de kustlijn gevolgd worden, over de kustweg naar Honningsvåg, de noordelijke havenstad. Op de route moeten enkele tunnels gepasseerd worden. Vanaf Honningsvåg volgt nog circa dertig kilometer naar de noordelijkste punt - de Noordkaap.

De laatste etappe naar de Noordkaap heb ik niet in detail voorbereid. Het plan is om gewoon door te fietsen naar de Noordkaap. Het is de laatste avond dit jaar om de middernachtzon te kunnen meemaken. De zon zakt in de dagen daarna ook hier in het uiterste noorden beneden de horizon. De 130 km naar de Noordkaap moeten dus voor de late avond afgelegd worden.
’s Morgens koop ik bijtijds nog wat proviand bij de buurtsuper in Russenes. Bij het busstation laden twee fietsers hun fietsen in het bagagecompartiment van de bus naar Tromsø.





Het vertrek is om half elf. Het weer ziet er goed uit. Zonnig en weinig wind. De eerste 20 km gaan makkelijk en eenvoudig. Dan komt een lange tunnel, de Skarsbergtunnel. Deze tunnel van enkele kilometers lengte vormt geen probleem. De tunnel is vlak en dient om rotsen langs de kustlijn te passeren. Wel is er een kort oponthoud bij het binnenrijden van de tunnel. Een aantal rendieren hebben zich in de tunnelopening verzameld. De beesten begrijpen het niet goed en het duurt even voordat het verkeer door kan rijden.
De kustweg vormt daarna een mooie route van ruim vijftig kilometer hoofdzakelijk dicht langs de rotsachtige kustlijn met de zee aan de rechterkant; langs inhammen en eilandjes in de verte. Hier en daar grazen enkele rendieren niet ver van de verkeersweg.









Dan komt de volgende tunnel; de Noordkaaptunnel. De weg naar de ingang van de tunnel gaat al flink naar beneden. Dat het een lange tunnel is, dat weet ik wel. Ik wordt er bij de ingang van de tunnel nog een keer aan herinnerd. Op het bord een paar honderd meter voor de ingang staat vermeld dat de tunnel een lengte van bijna 7 km heeft. Nog even wat eten en drinken voordat ik de tunnel in ga. En dan gelijk verder.

De tunnel gaat behoorlijk steil naar beneden. Niet eventjes, maar gedurende enkele kilometers. De afdalingssnelheid is zonder te trappen aanzienlijk. Hier en daar hangt wel een lamp, maar het is toch donker in de tunnel. De eigen fietsverlichting moet voor de nodige verlichting zorgen. De temperatuur in de tunnel is bij de ingang al een aantal graden lager dan buiten en daalt nog verder bij het naar beneden rijden. Het is erg fris hetgeen versterkt wordt door het vocht in de tunnel en door de rijwind die bij de aanzienlijke daalsnelheid ontstaat. De enkele auto’s die passeren geven niet goed te plaatsen lichtschijnsels op het wegdek en tegen de tunnelwanden. Het is vooral het rij- en motorgeluid dat in de niet al te brede tweebaanstunnel een tegen de wanden weerkaatsend, oorverdovend lawaai geeft.

Het enigste wat prettig is, is dat het zo lekker snel opschiet. Bij het verder en verder naar beneden rijden komt toch al vrij snel de gedachte naar voren: "Dat wordt ook weer naar boven rijden, het kan niet anders.”  En ja, na drie kilometer vlakt de weg heel eventjes af, om vanuit de diepe kuil onder de zee direct omhoog te gaan. Omhoog met dezelfde percentages waarmee een paar minuten geleden nog naar beneden gereden is. "Dit valt echt tegen”, is de teleurstellende bevinding. Snel terugschakelen en trappen maar. Het gaat langzaam, heel langzaam. Het is steil en nog eens steil en het gaat een aantal kilometers door.

De laatste kilometer gooi ik de handdoek in de ring. Er zit niets anders op dan te lopen. Gelukkig is er een verhoogd voetpad aan de zijkant; een soort trottoir. Het loopt niet lekker. Het is eigenlijk iets te smal om met de fiets met bagagetassen goed te kunnen lopen. De afgehakte rotswand is ruw en onregelmatig. Langs de rotswand lopen gaat maar net. Oppassen dat de fiets niet van het trottoir schiet. Vooral als er auto’s langsrijden. De enkele auto’s die voorbij zoeven geven nog steeds het oorverdovende lawaai. "Dit is geen pretje’, is de gedachte die veelvuldig naar boven komt. De veerpont, die hier tot voor kort heen en weer voer, was voor fietsers ongetwijfeld veel gunstiger. Gelukkig is het aan de andere kant van de tunnel nog steeds zonnig weer. Het donkere, kille uur is snel naar de achtergrond verdwenen.





Voor Honningsvåg ligt nog een korte, zo goed als vlakke tunnel. Geen probleem. De tunnel is niet te vergelijken met de bijna 7 km lange tunnel die ruim 200 meter onder het zeeniveau verdwijnt en hellingpercentages van 10% heeft.

Om half zes is de havenplaats bereikt en koop ik nog wat te eten en te drinken. Om zes uur vertrek ik voor het laatste stuk; een kilometer of dertig naar de Noordkaap. Vlak na de camping, die na een half uur fietsen gepasseerd wordt, gaat de weg ineens van zeeniveau stevig omhoog, de rotsachtige heuvels in. Tijdens de klim komt de gedachte naar voren dat het tentje op de camping opzetten en dan zonder bagage verder fietsen, ook mogelijk is. Dat is een stuk makkelijker. Het wordt als "toch geen goed idee”, na een korte beschouwing vervangen door andere gedachten. Eerst ruim 3000 km richting Noordkaap fietsen met een complete uitrusting op de fiets en dan vlak voor het eindpunt de bagage "droppen”. Nee, de bagage moet ook mee. Een nacht kamperen op de Noordkaap is pas echt op de fiets naar de Noordkaap.





Vervolgens komt een gedeelte dat naar beneden gaat, naar Skarsvåg. Aan de weg staat een "kro”. Ik heb honger en dorst en eet een flink stuk vis met gebakken aardappelen en wat groenten en drink een groot glas limonade en een kop koffie. In de "kro” zitten drie jonge Nederlanders te eten. Ze zijn in vier dagen rijden vanuit Nederland op hetzelfde punt. Comfortabel met de auto natuurlijk. Ze zien hun tocht naar de Noordkaap als een uitdaging, als een avontuur.

De Noordkaap
Om half tien ‘s avonds wordt de tocht vervolgd op een weg die nogmaals van zeeniveau enkele honderden meters stijgt. Er is onverwacht veel verkeer op de smalle weg. Allemaal in dezelfde richting; auto’s maar ook veel touringcars rijden allemaal richting de Noordkaap. Iedereen wil de middernachtzon nog meemaken op deze zonnige avond.
De weg vlakt wat af om daarna geleidelijk te dalen naar de zee om vervolgens voor de laatste keer te stijgen naar de hoogte van de Noordkaap op de rotskust; ruim driehonderd meter boven de zeespiegel.





Samen met de vele geparkeerde voertuigen, het markeringsmonument en het paviljoen weerspiegelt het kleine rotsplateau al van ver in het zonlicht. De aankomsttijd is circa half elf – dinsdagavond 25 juli 2000.  Het is druk van de mensen. De meeste staan bij het monument op de rotspunt, praten wat met elkaar en kijken naar de zon boven de grenzeloze zee. In de hal van het Noordkaappaviljoen probeer ik eerst een beetje bij zinnen te komen. "Is dit het?” en "Was dit het?” zijn de vragen waar mijn gedachten  om heen draaien. De vele bezoekers lopen ogenschijnlijk doelloos, kris-kras door de grote hal heen. Ze zijn druk met ansichtkaarten kopen, opbellen naar thuis en dergelijke.
Na een minuut of tien komt een Nederlands vakantiegezin naar me toe. Het is het gezin dat ik vorig jaar ontmoette bij Drevsjö aan het Femundmeer. Na een reis met de auto en tent willen ze vannacht de middernachtzon beleven. Ze kamperen op een kampeerveldje iets verderop.





Ik ga naar buiten om naar de neergaande zon te kijken. Het is een gekoppelde zonsondergang en zonsopgang, maar dan anders. De zon gaat niet onder maar daalt langzaam naar een punt niet ver boven de horizon, ver weg op de uitgestrekte zee. De zon stijgt daarna langzaam voor de nieuwe dag. Het weer is buitengewoon gunstig. Er zijn wel wolkenvelden boven zee, maar de zon is echt te zien.





In de schemerachtige nacht zet ik het tentje op, op het tentenveldje. Er staan tientallen tentjes. Er is toch wel wind en uit de wind staan is hier niet mogelijk. Het tentdoek klappert. De vermoeidheid opgebouwd tijdens de afgelopen dagen wil niet verminderen. Een goede lange nachtrust zit er vannacht niet in. In de vroege ochtend loop ik een eind van het tentenveld af om foto’s van de Noordkaap te maken.





Ik besluit om in de ochtend naar de camping, op tien kilometer voor Honningsvåg, terug te fietsen en daar minimaal twee dagen te blijven en plannen voor de terugreis te maken. De spullen worden ingepakt en met de fiets in de hand loop ik naar het markeringsmonument en het paviljoen.

Een Frans fietsduo heeft beide fietsen tegen een muurtje gezet en vragen aan mij of ik een paar foto’s van hen wil maken bij het Noordkaap-markeringsmonument. We lopen naar het  kleine rotsplateau. Het wordt een korte fotosessie inclusief fietsen, shirtjes van de fietsclub en het monument. Jammer dat het mooie weer van gisterenavond en vannacht, in de ochtend goeddeels verdwenen is. Mijn eigen fototoestel heb ik in de fietstas zitten en de fiets staat bij het paviljoen.

Een film wordt pas in de loop van de ochtend in het paviljoen gedraaid. Daar wacht ik niet meer op. Rustig aan fiets ik terug, richting Honningsvåg. Er staat een noordelijk wind van een matige sterkte in de rug. Om een uur of twaalf arriveer ik op de camping. Zet het tentje op, neem een douche en haal de nodige slaap in
.


Drie dagen op camping Poort naar de Noordkaap; korte terugblik en de plannen voor de terugreis
In de loop van de middag blijkt de fietsende Deen die ik tussen de Olderfjord en de Noordkaaptunnel inhaalde, ook op de camping te staan. Hij wil morgen hier vandaan naar de Noordkaap fietsen. En dan terug naar Denemarken. Hij weet ook nog niet hoe; met de bus en/of met de trein of grotendeels met de boot. Het Franse fietsduo staat eveneens op de camping. Ze hebben een zeer opmerkelijke kampeeruitrusting. Ze zijn gesteld op enig comfort bij het kamperen. Twee grote hoofdkussens van 40 bij 30 cm vallen gelijk op. Ze vertrekken morgenochtend vroeg met de Hurtigruten zuidwaarts.

De tocht naar de Noordkaap zit er nu toch echt op. Veel gefietst, veel gezien. Echte problemen zijn er niet geweest. Geen materiaalpech, geen valpartij en geen ernstige blessures of dergelijke. De twee lange weggedeelten met groot onderhoud waren lastig. De insectenbeten en -steken op het Finmarkenplateau waren meer dan vervelend. De gevolgen bleven beperkt tot enkele dagen met ongemak. De verwachte reguliere veerdienst Zweden-Finland vanuit Sundsvall bleek niet te bestaan en is een verkeerde planning gebleken. De fietstocht is hierdoor met enkele honderden kilometers en met enkele dagen verlengd.
Het weer was nogal wisselend. Er waren perioden met veel regenachtige dagen, maar ook perioden met een aantal zonnige dagen. De wind bleef over het algemeen beperkt tot een matige wind. Het gunstige fietsweer tijdens de afgelopen dagen in Finmarken was een echte meevaller.

De fietsafstand naar dit noordelijkste puntje van Europa is aanzienlijk. Met de circa 495 km gefietst tijdens het laatste deel naar de Noordkaap komt de denkbeeldige kilometerteller op een totaal van 3375 km. Deze afstand is bij benadering, maar klopt met een marge van enkele tientallen kilometers. Het aantal dagen onderweg bedraagt bij aankomst op de Noordkaap, 34 dagen totaal. Een gemiddelde fietsafstand van rond de 100 km per dag. Het aantal dagen dat een extra dag op een camping is verbleven, is in totaal 6 dagen; 2x Krautsand, 1x Mora, 1x Långsele, 1x Lycksele, 1x Arvidsjaur. Het aantal werkelijke fietsdagen bedraagt daarmee in totaal 28 dagen. De gemiddelde fietsafstand per dag voor de fietsdagen ligt rond de 120 km. Het zijn aanzienlijke fietsafstanden om compleet met bagage af te leggen. Bij een dergelijke tocht moeten wel behoorlijke dagafstanden gefietst worden anders schiet het niet op.

Tijdens het verblijf van drie dagen op de camping is het belangrijk om de terugreis in grote lijnen duidelijk te krijgen. Het wordt een bootreis met de Hurtigruten naar Rørvik gelegen tussen Bodø en Trondheim. Vrijdagochtend of zaterdagochtend vertrekken is mogelijk. Ik geef de voorkeur aan een middelgroot schip met het bijbehorende vertrek op zaterdagochtend. De aankomst is maandag om half tien in de avond in Rørvik. Vanuit Rørvik wil ik dan verder fietsen door Noorwegen naar Östersund in Zweden en dan door naar het zuiden, naar Oslo.
De Deen reist met hetzelfde schip. Hij reist door naar Bergen. Vanuit die stad vaart hij met een andere veerboot richting Denemarken. Het blijkt zonder al te veel problemen mogelijk te zijn om vanuit het noorden van Noorwegen, naar het noorden van Denemarken te varen. Als gepensioneerde leraar reist hij voor voordelige tarieven.



_______________________________ © hn - 2013 ______________________________